“Nee, die is van mij!”, gilt Ton tegen Vat. Ton bedoelt dat Vat per ongeluk zijn rugzak heeft gepakt. Ja, hun rugzakken lijken ook erg op elkaar. Ze zijn allebei vuil en gescheurd. Eerst waren ze rood, maar nu alleen nog een beetje roze. En van allebei is de rits kapot. De boeken en pennen vallen er bijna uit. Vat zegt: “Oh, sorry”, en geeft de rugzak lachend aan Ton.
Het is ’s morgens half zeven. De kinderen van het weeshuis zijn om half zes opgestaan. In Nederland slapen de kinderen dan nog. Maar de school van Ton en Vat begint al om zeven uur. Eerst hebben ze zich gewassen. Buiten, bij de pomp, samen met tien andere kinderen. Dat is een vrolijke boel, want iedereen probeert voor te dringen. Daarna was er ontbijt. Dat wil zeggen: rijst. Altijd rijst! Ook ’s middags en ’s avonds. Het liefst met een beetje groente of een visje. Maar vaak blijft het bij rijst. Na het eten nog even tanden poetsen en dan naar school. Ton en Vat zijn allebei elf jaar en zitten in groep 6. Dat is hetzelfde als bij ons groep 8.
Maar vandaag is het vrijdag. Dat betekent dat ze geld moeten meenemen voor de meester. Dat is zijn loon. Ze moeten het geld goed in hun vuistje houden en er voor zorgen dat niemand het pikt. Het is een papiertje van 4000 riel oftewel één euro.
Vat loopt op blote voeten naar school. Ton heeft plastic slippers, maar de linker slipper is maar een halve. Het achterste stuk is er afgebroken. En nu zit ook het stukje tussen zijn tenen nog los. Hij schopt hem weg en gaat dan net als Vat blootvoets. Ze rennen naar school. Twee jongetjes in een uniformpje, een blauwe broek en een witte bloes. Wit? Nou nee. Het bloesje is behoorlijk vies. Dat komt omdat er te weinig geld is voor waspoeder.
Ton en Vat hebben vandaag zin om naar school te gaan. De meester is namelijk jarig en dan mogen ze zelf weten wat ze gaan doen. Spelletjes, ook buiten, of strips lezen of platen kleuren. Op andere dagen blijven ze soms liever thuis. Dan kunnen ze lekker ravotten met de hond of met een zelfgemaakte hengel vissen in de sloot achter het huis. Of in de palmboom klimmen. Dat is het leukste, vooral als de kokosnoten rijp zijn en ze die mogen afsnijden en naar beneden mogen later donderen.
Als Vat het lokaal binnenkomt zegt hij tegen de meester: “Happy birthday, teacher”, want hij heeft thuis, van een vrijwilliger, een klein beetje Engels geleerd. Hij kijkt heel trots naar zijn meester als hij de woorden uitspreekt. En dan geeft hij de meester ‘zijn loon’.